TRACKERS MOONBLASTER NL 03

From MSX MUSIC WIKI
Jump to: navigation, search

3. DE MUZIEK EDITOR

Voor ieder menu, submenu en invoer-event geldt: alles kan worden geannuleerd met de [ESC] toets.

3.1. Patterns en positions, afspelen van muziek

Bij het componeren van muziek in MoonBlaster is het belangrijk te weten dat dit programma volgens het pattern en position systeem werkt. DU systeem is al in veel andere muziekprogramma's gebruikt op diverse computersystemen en blijkt in de praktijk veel voordelen met zich mee le brengen. Zowel voor de componist als voor de programmeur die de muziek later in zijn eigen programma's wil gebruiken. Hieronder voIgt een korte uitleg van dit systeem.

Wat zijn patterns en positions?

Het geheugen van de computer is verdeeld in kleine stukjes waarin muziekdata opgeslagen wordt. Dit noemen wij patterns. Een compleet muziekstuk bestaat nil een reeks van deze patterns in een willekeurige volgorde gerangschikt. De volgorde waarin de patterns worden gerangschikt kan worden bepaald door een pattern op een bepaald posicienummer te zetten. Dit zijn de positions. Hierdoor is het dus ook mogelijk om een pattern meerdere malen binnen een muziekstuk af te spelen, terwijl deze maar een maal in het geheugen staat. U kunt dit systeem vergelijken met een CD-speler. Stel de tracks die op de CD aanwezig zijn gelijk aan de patterns en de volgorde van de tracks gelijk aan de positions. Als u eerst de vierde track wilt luisteren, daama de eersle en dan weer de vierde staat er dus op positie 1 track (pattern) 4, op positie 2 track (pattern)1 en op positie 3 track (pattern) 4.

Misschien klinkt het pattern/position systeem een beetje ingewikkeld, maar in de praktijk is het erg gemakkelijk en bespaart het veel tijd en geheugenruimte.

Het editten van patterns en positions

NB: Met de huidige pattern wordt bedoeld: de pattern die op dat moment in beeld staat, de huidige position is de position die rechtsboven in het scherm staat aangegeven. Als u de huidige position verandert, verandert de huidige pattern automatisch mee naar de pattern die op die position staat. Andersom is dit niet zo!


De patterns zijn genummerd van 1 t/m 76. De positions lopen van 0 t/m 199. In totaal kan een song dus 200 positions lang zijn. Tijdens het edicten van muziek is het noodzakelijk snel door de patterns en positions heen te lopen. Met de [TAB] en de cursors links/rechts kunt u met stappen van 1 door de positions lopen; [TAB] en cursors boven/beneden zorgen voor stappen van 4. Door de patterns kan ook, zonder de huidige position te veranderen, gelopen worden. Met de [CTRL] en cursor links/recht gaat dit met stappen van 1,[CTRL] boven en beneden zorgen voor stappen van 4. Mel [CTRL] en de spade wordt de huidige pattern op de huidige position gezet. [CTRL]-[A] voegt de huidige pattern toe achter de laatste positie.

Een pattern kan ook tussengevoegd worden, dit kan met [TAB]-[INS]. De huidige pattern wordt dan tussengevoegd op de huidige position (de Mast position1 worth clan ook met 1 opgehoogd), Het wissen van een pattern uil de reeks positions werkt op eenzelfde manier: de [TAB] en [DEL] toetsen halen de pattern uit de positionvolgorde. De last position kan aangepast worden met [SHIFT] en de cursortoetsen. Hiermee kan de lengte van het muziekstuk bepaald worden.

Pattern/Position editor

Met de functietoets F6 komt u terecht in de pattern/position editor. Hierin krijgt u een uitgebreid overzicht van de volgorde van de patterns. Het editten van patterns gaat hier heel gemakkelijk: met de cursortoetsen kan de cursor op het scherm hewogen worden naar een hepaalde positie, met een druk op de spatie kan het pattemnummer veranderd worden. Tussenvoegen en wissen van patterns gaat met resp. de [INS] toets en de [DEL] toets. In dit menu is het ook mogelijk om het muziekstuk (F1) of een pattern (F2) af te spelen en de last en loop position in te slellen. Dit werkt op dezelfde manier als in de muziek-editor (CTRL-L en SHIFT-cursors).

Loop Position

Een song kan ook in het oneindige doorgaan door een 'loop position' in te stellen. Hiermee wordt bedoeld dat als de last position bereikt is, de song weer terug zal springen naar de loop position, die onderin het scherm staat aangegeven. Het is dus mogelijk een 'oneindig' lange song te maken. Een loop position kan worden ingesteld door op [CTRL]-[L] te drukken en vervolgens de loop position met de cursortoetsen aan te passen. Met [RETURN] bevestigt u de verandering, met [ESC] kunt u de verandering ongedaan maken. Het muziekstuk zal eindigen na de last position indien er een 'OFF' wordt ingevuld bij de loop position.

3.2. Afspelen van musiek

Het afspelen van de song

Voordat een song kan worden afgespeeld kan eerst gekozen worden voor welke geluids-chip de muziek moet worden gespeeld. Dit kan met de [SELECT] toets. Er kan gekozen worden uit: Stereo, MSX-MUSIC en MSX-AUDIO.

Daamaast kunt u ook de output indicator, die tijdens het spelen van muziek uitslaat, aan- en uilzetten met de [CTRL]-[0] combinatie. In de command-regel onderin het beeld verschijnt dan of deze aan of uitstaat.

Hetzelfde geldt voor de Settings Scan. Dit is makkelijk als u een song aan het maken bent en ergens in het midden van de song wilt beginnen met afspelen. Het is niet uit te sluiten dat daarvoor al bv. een instrumentwissel heeft plaatsgevonden. Met de Settings Scan wordt gekeken naar alle wisselingen en instellingen die in de song voorkomen voor het huidige pattern voordat de song wordt afgespeeld. Dit kan aan en uit worden gezet met de [CTRL]-[S] toetsen. Als de Settings Scan uitstaat, wordt gestart met de instellingen die aan het begin van het muziekstuk gelden. Als de Settings Scan aanstaat, zal MoonBlaster na een druk op F1 of F2 eerst het muziekstuk tot aan de huidige position of pattem scannen op instellingen. U kunt dit zien aan de pattern/ positionnummers rechtsboven in het scherm.

De MSX-MUSIC beschikt over de mogelijkheid om 6 kanalen muziek + 1 drumkanaal of 9 kanaals muziek af te spelen. De [CTRL]-[F] combinatie switcht tussen beide opties. Het aantal afspeelbare kanalen staat rechts in het scherm. Met de [F1] toets begint het eigenlijke afspelen van de song. De song zal beginnen bij de huidige position en eindigen bij de last position. De [F2] toets speelt alleen de huidige pattern af. Dat laatste is handig tijdens het componeren.

Stoppen van het afspelen

Tijdens het afspelen van de muziek werken alleen nog maar de spatiebalk, de [ESC] en de [STOP] toetsen. De spatiebalk en de [ESC] hebben dezelfde functie, deze stoppen de muziek en gaan weer naar de position die gekozen was voordat het afspelen gestart werd. De [STOP] toets is voor debuggen erg handig. Hoort u misschien een valse noot, druk dan op de [STOP] toets en de muziek zal stoppen op de position die op dat moment wordt afgespeeld.


3.3. Invoer en wissen van noten, drums en effecten

Invoeren van muziek

De muzieknotatie in MoonBlaster gaat volgens het Amerikaanse principe, dus een A in octaaf 3 wordt 'A 3', een ais in octaaf 3 'A#3' (mollen zijn niet mogelijk, dus een des wordt C#). MoonBlaster ondersteunt alle octaven van MSX-MUSIC en MSX-AUDIO, 1 t/m 8. 'C 5' is de 'centrale C'. Een pattern is verdeeld in 16 steps. De steps die naast elkaar staan worden telkens tegelijk afgespeeld. Er kan per kanaal op ‚één step één ding worden gezet (bijvoorbeeld een noot).

Een noot kan op twee verschillende manieren ingevoerd worden. MoonBlaster beschikt namelijk over twee invoersystemen, waartussen gewisseld kan worden met de [CAPS] toets.

Met het eerste invoersysteem (CAPS uit) moeten noten via meerdere toetsen ingevoerd worden, nl.de letters [A] t/m [G], voor de juiste noot (plus eventueel de [+] of [#] toetsen om een halve noot te verhogen) en de cijfers [1] t/m [8], voor het juiste octaaf. Met [ESC] kan de invoer worden geannuleerd. Als een noot is ingevoerd, kan met behulp van de [RETURN] toets meerdere keren dezelfde noot geplaatst worden, zonder deze opnieuw in te voeren.

Het tweede invoersysteem (CAPS aan) laat het toetsenbord fungeren als muziekklavier, waarbij twee rijen ontstaan zijn. Iedere rij staat voor een octaaf, de huidige octaven worden weergegeven waar normaal de loop position staat. U kunt dit verhogen met de [+] en [.] en verlagen met de [-] de [,]. De volgende toetsen worden hierbij gebruikt:


2 3 5 6 7
Q W E R T Y U

(lage octaaf)


S D G H J
Z X C V B N M

(hoge octaaf)


Voor het invoeren van een C drukt u dus op de [Q] of de [Z], voor het invoeren van een G# op de [6] of de [H]. Als u iets anders dan een noot wilt invullen (bijvoorbeeld een volume-wisseling of een detune), dan moet eerst de CAPS weer worden uitgezet.

Tijdens het invoeren van de noten is het misschien handig om even le beluisteren wal er ingevoerd wordt (note audition). Dit kan worden ingesteld met de [CTRL]-[K]. Staat de note audition aan, dan zal bij iedere ingevoerde noot de juiste toon klinken. Zo kan makkelijk op fouten gelet worden. Natuurlijk kunnen ook de [F1] en [F2] toetsen (afspelen) gebruikt worden.

Een toon kan (en moet soms wel) uitgezet worden. Dit kan met de [O] toets. Er komt dan een 'OFF' in het pattern te staan. Wilt u nu op kanaal 5 een A#5 afspelen, en moet deze maar een step klinken (een zestiende noot) dan moet u de cursor met de cursortoetsen naar kanaal 5 bewegen (dit is de vijfde kolom) en daar een A#5 typen, direct gevolgd door een OFF event.

Een iets uitgebreidere OFF is alleen mogelijk voor MSX-MUSIC, namelijk de sustain optie. De noot wordt dan niet meteen afgekapt, maar sterft langzaam uit. Dit commando kan met de [U] toets worden ingevoerd. In het pattern komt dan een 'SUS' te staan. Bij MSX-AUDIO wordt dit gewoon een OFF.

Speciale opties

De speciale functies kunnen worden ingevoerd in de eerste 9 kolommen en beïnvloeden de toon op de gewenste wijze. Bij een aantal moet een getal worden ingevoerd. U moet daarbij op [RETURN] drukken om de invoer te beeindigen als uw getal korter is dan de maxi male lengte.

Volume wissel

Het volume van ieder kanaal kan met de [V] ingesteld worden. Na het indrukken van de [V] kunt u een getal invoeren van 1 (zacht) tot 63 (hard). In het pattern wordt een volumewisseling weergegeven met een V, bijvoorbeeld 'V43'. Voor MSX-AUDIO werken alle volumewissels, voor MSX-MUSIC loopt het in stappen van 4, zoals blijkt uit onderstaande label:


V instelling: MSX-MUSIC
60,61,62,63 15
56,57,58,59 14
52,53,54,55 13
48,49,50,51 12
44,45,46,47 11
40,41,42,43 10
36,37,38,39 9
32,33,34,35 8
28,29,30,31 7
24,25,26,27 6
20,21,22,23 5
16,17,18,19 4
12,13,14,15 3
8,9,10,11 2
4,5,6,7 1
1,2,3 1

Detune wissel

De detune is een optie die een kanaal iets ophoogt of verlaagt (maximaal 3 frequentiestappen omhoog of omlaag). Dit kunt u gebruiken om het muziekstuk een vol effect te geven, zie hoofdstuk 9. U kunt een detune invoeren met de [T], gevolgd door de [+] of de [-] en een getal tussen 0 en 3 (detuneuilzetten met T+0). In het pattern wordt een detune commando weergegeven door de T, bijvoorbeeld 'T+1'. Met de detune optie in MoonBlaster wordt gerekend vanaf het 'nulpunt' wat betekent dat als er een detune gegeven wordt het niet ongeteld wordt bij de vorige detune instelling (dus T+1, gevolgt door een T+3 wordt GEEN T+4). De detune wordt pas uitgevoerd bij het aanslaan van een nieuwe noot.

Pitchbend

Met het geven van een pitchbend wordt een toon vloeiend 'afgebogen' naar boven (+) of naar beneden (-). Dit kan met de [P] en [+] of [-]. Daama typt u een getal tussen 0 en 9. De snelheid van deze athuiging hangt af van dit getal, 1 is langzaam, 9 is het snelst. Wordt de waarde 0 gegeven, dan stopt de pitchbend. De pitchbend zal tevens stoppen bij een noot, OFF, SUS of MOD event. In het pattern wordt de pitchbend weergegeven door een P, bijvoorbeeld 'P + 3'.

Modulation

De modulation kan worden gegeven met de [M] toets en laat de toon trillen. Dit wil zegpen dat de frequence van de toon snel op en neer wordt bewogen. Dit zal automalisch stoppen bij een noot, OFF, SUS of pitch bend event. In het pattern wordt een modulation weergegeven met 'MOD'.

Linking

Met de linking optie kunt u een nieuwe noot spelen, zonder die 'aan te slaan'. Er wordt dus vloeiend overgegaan van de vorige noot naar de nieuwe noot. U kunt een link invoeren door op de [L] te drukken, vervolgens geeft u met een 'offset' aan naar welke noot er moet worden overgegaan, deze offset ligt tussen -9 en +9. U kunt dit invoeren met de [+] of de [-] en de cijfertoetsen. De offset wordt bij de huidige toon 'opgeleld' en wordt opgegeven in halve toonafstanden (dit is gelijk aan het verschil in toonhoogte tussen twee toetsen op een piano, waarbij de zwarte toetsen meetellen). Voorbeelden:

Van: Naar: Link commando:
C5 C#5 L+1
E3 D3 L-2
A#6 F7 L+7

Na een link kan trouwens ook weer een nieuwe link gegeven worden; deze tell de waarde op bij de vorige link.

Instrument

In het voicemenu (zie hoofdstuk 4, Select voices) kunnen maximaal 16 instrumenten met startvolume gekozen worden. Deze 16 instrumenten kunnen afgewisseld worden tijdens het afspelen van een song; dit kan met de [I] toets. Hierna voert u een getal tussen I en 16 in. De nummers achter de I corresponderen met de nummers in de lijst van gekozen voices. Voor MSX-MUSIC kan maar één softwarevoice tegelijk worden afgespeeld, houd daar rekening mee! Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over voices. In het pattern wordt een instrumentwissel weergegeven met een I, dus bijvoorbeeld 'I 7' Let op: behalve het instrument (voice) wordt ook het volume veranderd!

Bij het 'I' commando wordt niet tegelijk een 'OFF' gegeven. Normaal gesproken zet u dus altijd een 'OFF' voor een instrumentwissel, anders klinkt het niet mooi. U kunt hiervan gebruik maken om speciale effecten te krijgen. Maak daarvoor own voices die slechts een beetje van elkaar verschillen. Met een commando kunt u dan tijdens het afspelen van een toon met de ene own voice overgaan naar de andere voice, dit kan een schitterend resultaat opleveren.

Stereo instellingen

Achter de S instructie, die kan worden ingevoerd met de [S] toets, kan een 0, een 1 of een 2 gezet worden. 'S 0' betekent dat het kanaal wordt geswitched naar MSX-AUDIO, 'S 1' naar MSX-MUSIC, 'S 2' staat voor stereo (BOTH).

Deze instelling zal alieen doorgevoerd worden als u met [SELECT] voor STEREO hebt gekozen. Anders zullen stereo instellingen genegeerd worden.

De Sample en FM-Drum kanalen

Dit zijn de kanalen FRQ (frequentie), VLM (volume), SAM (sample) en DRM (drum). Ook hier zit de laatste invoer onder de [RETURN] toets, voor elk kanaal apart.

De eerste drie kolommen (FRQ, VLM en SAM) zijn bestemd voor de MSX-AUDIO sampler en hoeven dus niet gebruikt te worden door mensen die alleen een MSX-MUSIC bezitten.

In de SAM kolom kunnen de waarden 1 t/m 14 staan, deze waarden slaan op de sampleblocks (zie hfdst 5). Staat er een 1 in het SAM kanaal, dan zal sampleblock 1 worden afgespeeld, staat er een 2, sampleblock 2 enz.

Het VLM kanaal staat voor het volume van de sample. Dit volume kan voor, tijdens en na het aanslaan van de sample gewisseld worden. Een sample kan hiermee ook uitgezet worden, door de waarde 1 te geven. Het maximale volume is 127, minimaal 1. De begininstelling van het volume bij het afspelen van het muziekstuk is altijd 127. Het volume hoeft niet bij elke sample apart te worden opgegeven, als u niets invult wordt gewoon het laatst opgegeven volume gehandhaafd.

Het FRQ kanaal zal de frequentie van de sample veranderen. Dit kan bijvoorbeeld erg nuttig zijn als er een sample wordt afgespeeld, die op een lage frequentie is opgenomen. Ook hier kan tijdens het afspelen van een sample gewisseld worden (sample pitchbenden!). De mini male waarde is 1,maximaal 60. De begininstelling is 49. De frequenlie hoeft niet bij elke sample apart te worden opgegeven, als u niets invult wordt gewoon de laatst opgegeven frequentie gehandhaafd.

De vierde kolom staat voor het ritme kanaal van de MSX-MUSIC. Voor degenen die alleen een MSX-AUDIO bezitten is het niet nodig dit kanaal te gebruiken.

Het DRM kanaal bevat alleen cijfercodes, die slaan op de drumblocks, die ingesteld zijn in het FM-Drum menu ([F8], zie hfdst. 6). Staan er op drumblock 3 een snaredrum, een tom en een hi-hat, en staat er een 3 in het DRM kanaal, dan zal tijdens het afspelen van dit kanaal een snaredrum, een tom en een hi-hat tegelijk klinken.

Het CMD kanaal

Het CMD kanaal, de laatste kolom van de pattern, beheervst een aantal speciale functies, die hieronder beschreven staan.

Tempo wissel

Met de [T] toets kan het tempo van de song veranderd worden, na de T een getal tussen 1(langzaam) en 23 (snel) invoeren. In het pattern wordt dit weergegeven door TMP, dus bijvoorbeeld 'TMP17'

End of Pattern

Met deze optie kan een vervroegd einde gegeven worden aan een pattern. Hij kan worden ingevoerd met de [E] toets, en wordt weergegeven door 'ENDOP'. Normaal gesproken bestaat een pattern uit 16 steps, maar staat er een ENDOP op step 8, dan stopt de pattern na het afspelen van step 8. Deze functie is erg handig voor bijvoorbeeld songs in een driekwartsniaat.

Drumset wissel (alleen MSX-MUSIC)

De drumsets (zie hfdst 6) worden gewisseld met de [D] toets met daarachter het nummer van de drumset (1,2 of 3). Dit wordt in het pattern weergegeven met DSET, bijvoorbeeld 'DSET2'. Als er een DSET gegeven wordt, clan wordt de frequentie van de FM-Drums veranderd. Deze frequenties worden aangepast in het FM-Drum-menu (hfdst 6). De begininstelling is DSET1.

3.4. Editfuncties

Voor alle functies die hieronder beschreven staan wordt verwacht dat er geen blok gedefinieerd is (zie par. 3.5).

Wissen van steps, channels, patterns en song

Wilt u een step wissen, omdat er iets niet hoort te staan bijvoorbeeld dan kunt u de [DEL] toets gebruiken. Deze wist de step waar de cursor zich bevindt. Een kanaal kan gewist worden met de [SHIFT] + [DEL] toetsen. Het kanaal waar de cursor zich bevind wordt dan gewisl. Een pattern wordt gewist met [CTRL] en [DEL]. De huidige pattern zal dan gewist worden.

Met de [F7] toets wordt de hele song gewist. Er zal eerst om een bevestiging gevraagd worden, alvorens de song wordt gewist. Tevens zullen alle instellingen weer gezet worden zoals ze stonden loen MoonBlaster net opgestart was.

Kopiëren van patterns, channels

Een aantal patterns kan naar een andere plaats in de song gekopieerd worden met de [CTRL]-[P] toetsen. Eerst zal gevraagd worden welke pattern er gekopieerd moet worden, daarna de plaats waar deze pattern naar toe moet worden gekopieerd en als laatste wordt het aantal patterns gevraagd. Wilt u dus patterns 4, 5 en 6 kopieren naar 10 ,11 en 12 dan gebruikt u eerst de [CTRL]-[P] daama toetst u in: [4] [RETURN], daarna [1][0] en voor het aantal patterns [3] [RETURN].

Kanalen kunnen ook gekopieerd worden, en wel naar een kanaal in hetzelfde pattern. Ook kan worden opgegeven hoeveet steps hij opgeschoven moet worden t.o.v. het bron kanaal (echo-steps). Dit kan met de [CTRL]-[C] toetsen. Pas op: er mag geen blok gedefinieerd zijn (zie 3.5).

Wisselen van twee kanalen

Met [CTRL]-[X] kunnen twee kanalen worden verwisseld. De werking ervan is vrij eenvoudig: eerst wordt het eerste channel gevraagd, vervolgens de tweede en deze twee kanalen worden verwisseld.

Transponeren van kanalen

Kanalen kunnen per halve toonafstand of per octaaf tegelijk worden getransponeerd. Dit kan met de [.] of [+] toets voor ophogen met een halve toonafstand, lerwijl de [,] of [-] toets het kanaal weer een halve toonafstand verlaagd. Een octaaf verhogen kan met de [>] of [CTRL]+[+] verlagen met [<] of [CTRL]+[–]. Het kanaal waar de cursor zich bevindt zal dan worden verhoogd/verlaagd.

Kanalen uitzetten

De kanalen kunnen uitgezet worden om bij het afspelen van een song makkelijk een bepaald kanaal le kunnen beluisteren. Dit kan door de cursor naar een kanaal te brengen en te drukken op [CTRL]-[W]. Boven het kanaal zal nu de mededeling 'OFF' verschijnen. De kanalen worden met dezelfde handeling ook weer aangezet. (NB: De CTRL-W instellingen worden niet gesaved, ze zijn namelijk alleen voor het editten bedoeld.)

3.5. Blokfuncties

Defimeren van een blok, blok uitzetten

U kunt een gedeelte van de song in een blok zetten, vervolgens kunnen er allerlei bewerkingen op dit blok worden losgelaten. U kunt het begin van het blok (linker bovenhoek) bepalen met [CTRL]-[B], het einde (rechter onderhoek) met [CTRL]-[E]. Het blok zal een andere kleur krijgen dan de rest van de song. U kunt de blokdefinitie wissen met [CTRL]-[D]. Hiermee wordt dus niet de inhoud van het blok gewist, alleen de beginen eindpositie.

Wissen van een blok

De inhoud van het blok wordt gewist door de cursor in het blok te zetten, en vervolgens de [DEL] toets in te drukken. Er zal eerst om bevestiging gevraagd worden, dus als u per ongeluk op [DEL] drukt is er niets aan de hand.

Transponeren

Net als channels afzonderlijk kunnen ook blokken per halve toonafstand of per octaaf worden getransponeerd. Zet eerst de cursor in het blok. Vervolgens kunnen [.] of [+] een blok een halve toonafstand verhogen, [,] en [-] verlagen de inhoud van het blok met een halve toonafstand. De inhoud van het blok wordt een octaaf verhoogd met [>] of [CTRL]+[+], de [<] of [CTRL]-[-] verlagen de inhoud een octaaf.

Kopiëren van een blok

Het blok dat gedefinieerd is, kan met [CTRL]-[C] worden gekopieerd naar de plaats waar de cursor zich op dat moment bevindt. Let op: is er geen blok gedefinieerd, dan wordt er een kanaal gekopieerd, in plaats van een blok.

Wisselen van een blok

Dit kan alleen maar als het blok een kanaal breed is; de lengte is niet van toepassing. Plaatst de cursor op het kanaal waar het blok moet komen en druk dan op [CTRL]-[X]. Hierdoor wordt het blok verwisseld met de inhoud van de bedoelde kanaal en andersom. Let op: de begininstellingen (zoals instrument, detune, etc.) worden niet mee verwisseld. Dit kunt u (indien gewenst) met de hand doen.

Overige functies

Invoeren van songnaam

De songnaam, bovenin het scherm, kan worden aangepast met de [CTRL]-[N] toetsen. De cursor zal dan bovenin het scherm verschijnen en de naam kan worden ingetoetst. Met [RETURN] wordt de nieuwe titel vastgelegd, met [ESC] wordt de oude titel behouden.

RAMdisk

De MoonBlaster ramdisk biedt inhoud aan een song en kan alleen in het programma zelf worden gebruikt. De huidige song kan worden weggeschreven met [CTRL]-[R]. Er verschijnt dan de vraag of er gelezen moet worden van, of geschreven naar de ramdisk. Met de [S] wordt de song vervolgens weggeschreven, met [L] haalt het programma de song weer tevoorschijn. Met [ESC] kan voorti jdig naar de song worden teruggekeerd.

Begininstelling Stereo en Detune

De begininstellingen zijn de instellingen waar de song mee zal beginnen. De stereo en detuneinstellingen kunnen per channel worden ingesteld. Met [F9] wordt de stereo instelling aangepast. De cursor verschijnt in de stereo-kolom en met de cursortoetsen links en rechts kan worden gekozen uit: BOTH, MSX-MUSIC of MSX-AUDIO. Dit werkt alleen als ook de chip op de stereo stand staat! (NB: BOTH staat voor MSX-MUSIC en MSX-AUDIO, stereo dus.)

Het detune-menu bevindt zich onder de [F10] functietoets. Hier kan met de cursortoetsen links/rechts de gewenste detune worden ingesteld per kanaal.

Modulation Depth

Met [CTRL]-[M] kan de modulatie-diepte van de song worden ingesteld. Dit is alleen van toepassing voor de MSX-AUDIO.

Tempo

Met [CTRL]-[T] kan het begintempo worden ingesteld. Het tempo ligt tussen 1 (langzaam) en 23 (snel). In onderstaande tabel wordt er hij 'aantal kwartnoten per minuut' (een veelgebmikte tempo-aanduiding bij bladmuziek) vanuit gegaan dat u een pattern per maat gebruikt (een kwartnoot is dan vier steps). (Kwn/min betekent kwartnoten per minuut, Steps/min betekent aantal steps per minuut. De getallen zijn afgerond.)


Tempo: Kwn/min 50Hz: Steps/min 50Hz: Kwn/min 60Hz: Steps/min 60Hz:
1 31 125 38 150
2 33 130 39 157
3 34 136 41 164
4 36 143 43 171
5 38 150 45 180
6 39 158 47 189
7 42 167 50 200
8 44 176 53 211
9 47 188 56 225
10 50 200 60 240
11 54 214 64 257
12 58 231 69 277
13 63 250 75 300
14 68 273 82 327
15 75 300 90 360
16 83 333 100 400
17 94 375 113 450
18 107 429 129 514
19 125 500 150 600
20 150 600 180 720
21 188 750 225 900
22 250 1000 300 1200
23 375 1500 450 1800

Songinfo

Met [CTRL]-[I] zal er een infoscherm op het beeld verschijnen. Dit infoscherm bevat allenei informatie over de huidige song, zoals begininstellingen, welke samplekit er bij de song hoort en welke modulation depth er staat ingesteld (voor MSX-AUDIO).