TRACKERS MOONBLASTER NL 05
Contents
DE SAMPLER
Degenen, die alleen de beschikking hebben over een MSX-MUSIC chip of een Toshiba module met MSX-AUDIO (beiden missen een ADPCM sampler) kunnen dit hoofdstuk overslaan.
5.1.Wat is een sample?
Een sample is een gedigitaliseerd geluid, waarbij de data van de sample in dit geval in de computer wordt opgeslagen. De sampler van de MSX-AUDIO tast steeds om een aantal duizendsten van seconden het externe signaal (bv. de microfoon) af en zet de binnengtekomen waarde om in een getal. De tijd die tussen deze aftastingen ligt kan varieren, dit wordt de samplefrequentie genoemd.
5.2.De sampler van Moon Blaster
MoonBlaster heeft de mogelijkheid de sampler van de MSX-AUDIO te benutten, en hiermee samples op te nemen, af te spelen en te bewerken. Het samplegeheugen van de MSX-AUDIO bedraagt 32 kB en MoonBlaster verdeeld deze over 14 samples. Deze 14 samples samen heten een samplekit. In deze samplekits staan ook op welke plaats in het samplegeheugen een bepaalde sample zich bevind. U kunt vanuit de muziekeditor naar de sampler gaan door op de [F3] toets le drukken. De volgende dingen kunnen in de sampler worden ingesteld:
Adjust sample signal
Hiermee kunt u het juiste volume van het binnenkomend signaal (bv via de microfoon) instellen. Het volume wordt aangegeven met een rode uitslaande balk onderin het scherm. Zet u het signaal harder, dan zal de balk verder uitslaan, zet u het signaal zachter, dan slaat de balk minder ver uit.
Start sampling
Dit is de echte sampler, het binnenkomend signaal wordt opgenomen. Om goed te kunnen samplen kunnen allerlei factoren worden ingesteld. Deze factoren staan hieronder beschreven.
Set sample adresses (F4)
Hiermee kunt u begin- en eindadres van de 14 samples instellen. Dit heeft enkele voordelen: een (gesamplede) bassdrum is niet erg lang, zodat er samplegeheugen overblijft voor een lange sample. Savet u een sample weg (zie hfdst. 7), dan wordt de lengte van de sample opgeslagen. Laadt u dus een sample op een ander startadres in, dan wordt automatisch het eindadres aangepast. De begin- en eindadressen worden in de samplekit opgeslagen. De adressen dienen hexadecimaal ingevoerd te worden. Dat wil zeggen dat het talstelsel niet van 0-9 loopt, maar van 0-F (na de 9 volgt de A). Het laagst mogelijke adres is 0000 en het hoogst mogelijke is 1FFF. Let erop dat ook voorloopnullen ingevoerd dienen te worden.
Current sample block
U kunt hiermee‚ één van de 14 sampleblocks selecteren. Dit geldt zowel voor het samplen als voor het laden en bewaren van samples. Er zijn 14 sampleblokken.
Sample frequency
Met deze functie wordt de frequencie van het opnemen van de sample ingesteld. Een hoge frequentie betekent hoge kwaliteit, maar korte sample, een lage frequentie betekent een lage kwaliteit, maar lange sample. De hoogste frequentie is 16 kHz, de laagste 2 kHz.
Treshold
Een binnenkomend signaal heeft een bepaald volume. Met de Treshold functie kunt u een grens trekken tot hoe luid het signaal mag zijn, voordat de sampler mag samplen. Wordt deze grens dus overschreden, dan begint de sampler zijn werk. De grens ziet u aangegeven met een pijltje, de luidheid van het signaal ziet u met een rode balk. Deze functie werkt alleen als de Sample Control op Automatic staat (zie onder).
Sample control
U kunt de Sample Control op Automatic of Manual zetten. Staat de Sample Control op Automatic, dan wordt het binnenkomende geluid pas gesampled als het hard genoeg is om de drempelwaarde (zie Treshold) te kunnen overschrijden. Staat Sample Control echter op Manual, dan wordt er pas gesampled als er na het kiezen van Start Sampling nogmaals op de spatiebalk wordt gedrukt.
Back to Editor (ESC)
Met [ESC] of Back to Editor verlaat u het samplemenu en gaat u terug naar het muziek-edit-scherm
Met [F5] gaat u naar het diskmenu. Hier kunt u losse samples of complete samplekits laden en bewaren. Zie hoofdstuk 7.
Voor al de bovenstaande functies geld: kies een functie met cursors, verander een waarde met de spatiebalk en daama de numerieke toetsen.
De samples, die opgenomen zijn kunnen worden afgespeeld tijdens het spelen van muziek in hel muziek-edit-scherm, of in het samplemenu. Met F3 kunt u het juiste toetsenbord kiezen waarmee de sample moet worden afgespeeld. U kunt kiezen uit het toetsenbord van uw MSX, het Philips Klavier dat bij de Muziek Module hoort, of MIDI. De MIDI interfaces die MoonBlaster ondersteunt zijn de MSX-MIDI (die in oa. de turbo R FS-A1GT is ingebouwd), NMS 1205 MIDI (in de Muziek-Module) of FMI (de FAC MIDl-inrerface). Met de [M] toets kunt u een van deze MIDI interfaces kiezen, MoonBlaster zegt u of deze interface aanwezig is of niet. Als u een van de toetsen van uw keyboard indrukt, zal de huidige sample (Current Sample Block) worden afgespeeld. De hoogte van de frequentie van de sample hangt af van de toets die u indrukt.
